Ik maakte een bruin met roze raglan-trui, met tijdelijke opzet. Handig!

De Lund-trui is prachtig, maar ik wilde ook eens wat anders proberen. Dus sloeg ik weer aan het rekenen en googelen. Een een hoop nieuwe trucs geleerd die handig zijn als je zelf een trui maakt. Dit zijn ze.

Tijdelijke opzet

Soms weet je gewoon nog niet hoe lang die trui moet zijn. Zou het leuk staan als hij wat langer is? Of juist kort? En als je wel precies weet hoe lang je hem wilt dan is er nog altijd de zwaartekracht: wat doet het gewicht van de trui met de lengte?

Een oplossing is om van boven naar beneden te breien (ik heb eerste goede ervaringen daarmee, meer daarover een andere keer), tot hij de lengte heeft die goed bij je past (je kunt hem dan tussentijds passen). Maar als je de trui liever van beneden naar boven breit, dan is een tijdelijke opzet een goed idee.

Wat is het idee achter de tijdelijke opzet? Nou, je begint bijvoorbeeld te breien iets onder je middel, met een tijdelijke opzet. Voor de mouwen doe je hetzelfde: begin bij je ellebogen bijvoorbeeld. Van daaruit brei je de trui gewoon naar boven, zet de mouwen aan het lijf en brei de raglan uit tot de halsboord. Pas dan maak je de mouwen en het lijf aan de onderkant af. Je haalt de tijdelijke opzet uit en breit het lijf en de armen van boven naar beneden uit.

Kan dat? Ja dat kan. Het is zelfs niet eens moeilijk. En je ziet er niets van.

Hoe brei je de voorlopige opzet? Ikzelf haak een lange sliert lussen en brei dan in de lusjes. Het haakwerk kun je gewoon lusje voor lusje losmaken en overzetten op breinaalden als je toe bent aan de andere richting. Maar er zijn veel manieren om deze opzet te doen (zoek maar eens op provisioneel cast-on of invisible cast-on).

“Hemmed cuff”

Nog een experiment! Met de grote steken voor deze wol is een boordsteek (1 recht – 1 averecht) niet de allerbeste. Dus experimenteerde ik met een ‘hemmed cuff”. Ik weet niet hoe je die noemt in het Nederlands, maar het is een soort zoom die je omslaat. Ziet er heel netjes en professioneel uit en is minder moeilijk dan het lijkt. De boord is wel iets dikker maar ook steviger. Kost wel wat meer wol en tijd.

Ik maakte hem alsvolgt: toen ik toe was aan de boord pakte ik een kleinere naald. Dus bijvoorbeeld van 7 naar 6 cm. Daarmee brei ik gewoon recht een aantal rondes, bijvoorbeeld vijf (tot de gewenste lengte). Daarna brei je een ronde averecht, dat is de omslag. Pak een nog kleinere naald (5,5 of 5) en brei hetzelfde aantal rondes als op de heenweg (dus vijf, in dit voorbeeld).

Dan komt het priegelwerk: knip je werkdraad op flinke lengte (zeker twee keer de omtrek van je zoom) af. Pak een naald en naai elk steekje in precies de steek erboven vast. Hoe netter en regelmatiger je werkt, hoe mooier je zoom wordt. Als het goed is kom je precies uit!

 

 

Patroon
Het patroon voor de sneeuwvlokken heb ik van internet gepikt en zo goed mogelijk nagetekend. Het is een stuk groter dan het Lund-sterrenpatroon, dus wat ingewikkelder rekenen en aanpassen. Het bruin met roze is een prachtige combinatie, bedacht door mijn zusje die meer snapt van kleur dan ik 🙂